Bij begrijpend luisteren wordt vaak gedacht aan de onderbouw. Maar het luisteren naar gesproken teksten is ook een vaardigheid die in de bovenbouw geoefend moet worden. De teksten uit Kidsweek lenen zich hier uitstekend voor. Lees hier hoe!
1. Het Kidsweek-journaal
Laat iedere week een ander groepje een Kidsweek-journaal maken. Het journaalgroepje kiest een aantal artikelen uit Kidsweek en presenteert in het kort het nieuws van de week.
2. Quiz
Een aantal leerlingen maken een quiz over een van de artikelen uit Kidsweek. De overige leerlingen uit de klas beantwoorden de quizvragen over het artikel.
3. Duo’s
Laat de leerlingen in tweetallen werken. Één van de twee leerlingen kiest een artikel uit Kidsweek, leest deze voor en bedenkt W en H vragen. De andere leerling luistert en beantwoordt de vragen. Of bedenk zelf vragen over de tekst die de kern van de tekst samenvatten. Deze vragen kunt u bijvoorbeeld in een rad plaatsen (zoals het rad in LessonUp). Vervolgens draait u aan het rad, krijgen de leerlingen bedenktijd en schrijven ze het antwoord op hun wisbordje. Zo kunt u controleren of iedereen de tekst begrepen heeft en doen alle leerlingen actief mee.
4. Tekenen
Kies een tekst uit Kidsweek die tot de verbeelding spreekt. Lees het artikel voor en laat de leerlingen een tekening maken bij de tekst. U kunt er ook voor kiezen om de tekst op de game-pagina voor te lezen en de leerlingen een tekening te laten maken waaruit duidelijk wordt hoe de game werkt.
5. Moeilijke woorden
Tijdens het voorlezen uit Kidsweek noteren de leerlingen de woorden die ze nog niet kennen. Vervolgens oefenen zij met het achterhalen van de betekenis. Hiervoor kan het helpen als u de tekst nogmaals voorleest. Vervolgens bespreken zij in tweetallen welke moeilijke woorden zij gevonden hebben, hoe ze de betekenis gevonden hebben en wat het woord betekent.
6. Stijgen-dalen
Geef vooraf een opdracht, bijvoorbeeld: ga staan als je een werkwoord hoort. U leest een tekst uit Kidsweek voor en de leerlingen voeren de opdracht uit. U kunt dit eenvoudig variëren door andere woordsoorten te gebruiken (bijvoorbeeld zelfstandig naamwoorden, persoonlijk voornaamwoorden of signaalwoorden).
Bekijk hier de referentieniveaus mondelinge taalvaardigheid – luisteren.
Heeft u zelf nog leuke ideeën? Laat het aan ons weten: scholen@yandc.nl
